GEDACHTEN
Tagarchief: column
Ergo: het denken is niet gebonden aan plaats, tijd, afstand en omstandigheden. Denken is HEEL bijzonder menselijk.
EEN GOEDE BUUR IS BETER DAN EEN VERRE VRIEND
Alle begin is moeilijk, maar…. een goed begin is spreekwoordelijk alvast het halve werk. Daarom: als ik iets wil schrijven begin ik de dag met een goede eerste kop koffie. Foar de kofje net eamelje, zeggen de Friezen (vrijelijk vertaald: Voor de koffie niet E-mailen). Elke ochtend kan ik kiezen of ik het mooie van die dag wil zien….of niet. Immers: Het cadeau van nu is vandaag, En: een bloemetje hoort er dan bij, dus Ik pluk de dag en stop hem in een cache. Dat archief-kastje moet ooit eens worden geleegd, dus zó kan ik lekker bezig blijven. Mooie herinneringen voor later… kun je alleen NU maken. In mijn “grabbelton” is inmiddels zoveel te vinden, dat ik altijd iets speciaals aantref om over te schrijven. Ook al is het onzin: ik heb er altijd zin in. Immers: De zin van het leven is…. zin erin hebben.
Nou ja, meestal heb ik er wel zin in. Niet altijd dus: niet als bijvoorbeeld mijn computer niet precies wil doen wat ik wil en ontiegelijk snel heel zorgvuldig fouten maakt. Misschien ligt het aan het toetsenbord en is dat ding er stiekem op gebouwd om mijn fouten in de computer te brengen. Soms erger ik me wel wat aan dat domme ding, maar een oude boom valt niet na de eerste slag. Dus blijf ik meestal aanmodderen tot ik inzie dat ik het voorliggende probleem toch niet zélf kan oplossen. Mopperen heeft weinig zin, want dy’t altiten gromt hat in hûnelibben (wie altijd gromt heeft een hondenleven).
Brûk dyn ferstân, sei de man en hy smiet de komputer it finster út. Zó ver wilde ik bij een recente problematiek nog niet gaan. Ik besefte: wie de lat hoog legt, gaat er gauw aan onderdoor. Dus stelde ik niet uit tot morgen wat ik vandaag door een ander kon laten doen. Na enige ootmoed verzameld te hebben middels een tweede kopje koffie, riep ik mijn vrijwillige, zeer deskundige computerhulp in met in m’n achterhoofd de mijns inziens zeer wijze spreuk: Wie het ver zoekt kan het dichtbij niet vinden ofwel Wie het dichtbij niet kan vinden is ver van huis.
Mijn buurman-computer-vriend kwam bij mijn hulpgeroep meteen langs, want zoals hij meestal zegt: Een goede hond blaft niet zonder reden. Iedereen lijkt verstandig….tot hij z’n mond opendoet, dus na een korte probleem-annaliese hield ik m’n mond, zette verse koffie en liet hem z’n herstel-gang gaan.
Dat technische gepuzzel is mijn pakkie-an niet. Het is zoals de boer zei: “Ieder diertje zijn pleziertje” en hij joeg de stier de wei in. Eventjes serieus: ik waardeer mijn buurman bijzonder voor zijn vrijwillige, onbetaalbare hulp. In de regel krijgen vrijwilligers niets betaald. Niet omdat ze niets waard zijn maar juist omdat ze onbetaalbaar zijn. En wat vriendschap betreft: de Friezen zeggen: Freonen is in seltsum besit as men yn ‘e nederklits sit. Nou, de duistere wolken in mijn digibetisch hoofd, indachtig het spreek-woord (215) Tsjûstere wolken kinne lang hingjen bliuwe, waren al snel verdwenen…. als sneeuw voor de zon. En na die verlichting hieven wij toen een glêske Beerenburg op naar de tegel aan de wand met de spreuk: Neem het leven maar niet serieus… je komt er toch niet levend van af. Dus: Eind goed…al goed. HV NL
LARIEKOEK (column)
Gek eigenlijk, het gebruik van Engelstalige namen en termen door Nederlanders. Belgen gaan daar anders mee om. Vlamingen gebruiken voor de term PAGE-VIEW de omschrijving “opgevraagde internetpagina”. Anderzijds staan er in “de dikke ” (van Dale) begrippen, waarvan bijna niemand de ware betekenis nog weet. Maar juist díe begrippen, zoals: flibustier, zoetelaar, klibber, rabauwting, afgebruid en zo meer………zijn ideaal om te gebruiken in het Woordenboekspel.
Zo vond ik laatst, heel toevallig, het volgende – bijna in vergetelheid verzonken – recept voor klets- , zotteklap- ofwel lariekoek.
KLETSKOEK
Men kletse een zwikje vers gezeverde larie gedurende een half uur, verzwam dat met een halve pint humbug (of de goedkopere Haagse bluf) en poch dit op tot vette dikdoenerij. Intussen verbloeme men een tas fijn opgesneden apekool met een kop zotteklap.
Dit quatsch-mengsel wordt een stief kwartierke gewauweld in een voorgebakken lucht-oven. Een flinke zwets lariekoek dien je zo heet mogelijk op te dienen met een portie fors opgeklopte nevellandse snoeverij en te bestrooien met een greintje jargon-kolder. Drink er gezellig een glaasje geleuter bij.
HEER-LIJK toch?
Twee oranje konijntjes
Ik lust graag een slokje. Een lekker drankje, zomaar: voor de gezelligheid. En om de dorst te lessen. En om even te relaxen. En om even mijn verdriet te verdrijven. Maar nu wil BIG BROTHER dat verhinderen. Straks is er niks meer vrij te koop. Alcohol gaat op de bon. Maar zo’n rantsoenering op recept is niet zo bon voor mij.
Ik protesteer. Voor mijn toekomstige dorst, voor het plezier, voor de roes, voor de ontspanning en tegen de pijn heb ik een voorraadje aangelegd. En ik ga nog véél meer hamsteren. Van alles wat: bier, wijn, port, whisky en vermout, gin, wodka, rum en noem maar op. In proefflesjes, in halve, driekwart en hele liters. Zo gauw krijgen ze mij niet drooggelegd. Gister heb ik na mijn werk nog een kofferbakvol drankjes ingeslagen. En een dorst dat ik van het sjouwen kreeg: niet te geloven. Na een proefflesje cognac in de koffie probeerde ik koffie met een flinke scheut rum. Heerlijk.
En een energie dat je ervan krijgt. Maar na het laatste kratje bier in de gang gezet te hebben was ik toch wel een beetje slap in de benen. Ik had tóch al geen zin om meteen te gaan koken. Dus even uitrusten met een lekker witbiertje erbij. Dat is óók voedzaam, zeggen ze. Maar op één been kun je niet staan, dus sloeg ik een tweede flesje achterover. Ik werd een tikkie duizelig. De slaapkamers zijn al volgestapeld met mijn noodvoorraad kratjes, kisten en dozen. Ik hoef mezelf gelukkig niet de trap op te hijsen want ik slaap beneden op de bank.
U raadt het goed: ik woon alleen. Dat komt omdat mijn vriendin niet zo goed tegen een drankje kan. Stom, niet? Ze werd chagrijnig de laatste keer en zei dat ze me niet meer leuk vond als ik tegen haar schreeuwde. Maar ze schreeuwde ook tegen mij. Eigen schuld, dikke bult dat toen zij mij sloeg ik haar terugsloeg.
Het is nou wel een grote bende in de kamer. In de keuken trouwens ook. Afwassen kan later wel. Eerst moet ik dat konijntje even vangen. Dat lukt niet zo best, want dat kreng zit telkens ergens anders als ik denk ‘hebbes’. Gekke kleur konijn trouwens: oranje met paarse vlekkies. Even een pilsje pakken voor ik het nog es probeer, nog es probeer. Zou een knijn ook een slok sjampie lusten? Zie ik nou dubbel of zijn er nu echt TWEE oranje knijntjes? Touché
Writing, to me, is simply thinking through my fingers. — Isaac Asimov
Column ONTHAASTEN in FRIESLAND
Af en toe houden mijn vrouw en ik de stad voor gezien. Dan moeten we even onthaasten en onthechten op het Friese platteland. Bijna niemand weet dan waar we zitten, daar tussen Ergens en Nergens. Aan het eind van een doodlopend paadje (en de bewoonde wereld) ligt ie..de woonark.
Heerlijk vinden we het zo, zonder post, krant, telefoon en televisie. Maar we hebben wel elkaar en we vervelen ons nooit. Het is daar zó stil, dat je bij wijze van spreken het gras kunt horen groeien. Er wordt een fors gaatje in de dag geslapen tot de ochtendzon de boot lekker heeft opgewarmd. Voor bij het ochtendbroodje zet ik een geurig bakkie thee of koffie. Door het grote raam met zicht op het meer schijnt de zon op tafel, waaraan mx92n vrouw een cryptogram oplost, of de specieboontjes afpunt.
Intussen gooi ik een hengeltje uit. Ik ben een vredelievend man ook al rijg ik daarvoor een worm aan de haak. Ik voer eendjes….geen oorlog. Niet allen de eenden zijn onze gasten maar ook een zwerfkat en een reiger. Soms zitten de beesten zelfs paradijselijk aan mijn weerskanten, belust op een versgevangen voorntje. En zó is ons natuur-begeer tegelijkertijd een beetje natuur-beheer.
Voor ons natje en droogje moet er weliswaar een half uurtje geroeid worden naar het dorp aan de overkant van het meer. Maar de beloning bestaat dan wel uit allerlei heerlijkheden zoals de allerlekkerste turfgerookte Friese worst van de dorpsslager, het gezondste woudkorenbrood van de warme bakker, de romigste yoghurt, een pasgeslacht hennetje plus kakelverse eieren van de biologische boer. De stevige trek aan de roeiriemen of druk op de pedalen levert daarbij de gezonde inspanning, welke garant staat voor een fijn middagslaapje.
Met een beker koffie in de hand start ik later de buiten-barbekjoe op en geniet van de heerlijke geur van gegrilde baars of varkenskoteletjes. Met het buikje vol, een glaasje Friese Beerenburg bij de hand en een mooi boek, vliegt de avond om.
’s Nachts houdt de wiegende boot ons in een droomloze slaap tot het ontwaken midden in het weidse Friese weideland. Gek, dat de meeste mensen al dat moois van zó dichtbij over het hoofd zien. Het is wel de reden, dat wij waarschijnlijk nooit meer een vliegtuig naar verdere oorden zullen pakken. Henk Veenstra
RONDJE OM DE KERK
Bijna dagelijks, behalve op Zondag, zag ik hem buiten scharrelen, steeds bukkend. Heel langzaam want hij is blijkbaar niet meer zo best ter been. Sinds kort gebruikt hij een stok. Vanuit de verte zie ik wel dat hij echt geen Nordic Walker is, want ondanks de steun zwalkt hij van links naar rechts. En heel gek, ik heb deze oude man nog nooit terug zien lopen.
Maar laatst liep ik even langs de brievenbus en kwam hij me tegemoet. Hij had een zakje in z’n linkerhand en in z’n rechter tot mijn verbazing geen wandel- maar een prikstok. Uit het plantsoen naast het voetpad prikte hij een weggewaaid papiertje en deed dat in de zak. Ik sprak hem aan en vroeg: ‘Waarom, goede man, doet u dat?’
Toen vertelde hij me dat hij al acht jaren een “rondje om de kerk” deed en nu met een “grijpstok” het zwerfvuil verzamelde. Die knijper had hij eens gekregen van een vriendelijke medewerker van het wijkbeheer.
Fijn toch, dat zulke dingen gebeuren. En een prima initiatief van iemand die zó het aangename ( de wandeling ) met het nuttige combineert. Het is ronduit bewonderenswaardig, dat iemand de mannen van de gemeentelijke reiniging- en plantsoendienst een goed hart toedraagt en alvast wat troep voor hen opruimt. Misschien inspireert deze éénmans-prik-actie de gemeente om meer mensen een dergelijke knijpstok te geven. Om te helpen deze gemeenschap tot de “Schoonste van het hele land” te bevorderen. Touché
STRONTJES ROND DE KERK
Gister ben ik ook maar eens om de Centrumkerk gaan wandelen. Mét de hond, want onze border-collie was wel aan beweging toe na een regenachtige inpandigheid met dit luie baasje. Normaliter vermijd ik deze plek; bij een kerk als instituut heb ik niet zoveel meer te zoeken.
Hut hondje had zich onderweg al fiks uitgeperst, maar rondom deze kerk huizen blijkbaar meerdere fikkies die ook hun baasjes af en toe even uitlaten. Er is hoop, dacht ik, toen ik eens goed keek. Veel hoopjes, hondepoep dus. Om misselijk van te worden, ongelooflijk veel drollen. Dit ondanks verbod en gebod en particuliere plicht tot ruiming, annex de opwekking middels ingebedde trottoirteksttegelteksten als “ BIJ HET HOUDEN VAN EEN HOND……HOORT HET RUIMEN VAN DE STRONT”.
Derhalve gemeente, wat ik u bidden mag, zorg voor permanente camerabewaking van dit uitlaatcentrum, gepaard gaande met boetedoening ter spekking van de gemeentelijke kas. In ieder geval ben ik weg als de groenstroken (heden ten dage bruinstroken) rond de kerk gemaaid worden en faecaliën in het rond vliegen. TOUCHÉ
MAILHIT ( http://www.mailhits.eu/2011/02/mailhits-nederlands/ ):
VERFLOEPT
Overkwam u dat ook wel eens? Je kreeg een goed idee en wilde dat ergens opschrijven om er later iets mee te doen. En toen ging de telefoon, je wilde eerst even een bakkie koffie drinken of kleindochtertjelief had een vraag…..en FLOEP, weg was ie. Dat vreeeselijk goede idee was jammerlijk vervaagd. En zelfs nergens meer te bekennen, hoe je ook je best deed om het weer op te diepen. Het had zich zeker ergens in een donker hoekje van de hersenpan verstopt. ONTZETTENDE ZONDE.
Dat overkomt mij als oudere vooral ’s nachts. Ik lig wel eens een uurtje of zo wakker te denken. Over van alles en nog wat: je kunt het overdag zelfs zo gek niet bedenken. Zoals de gevoeligste gedichten, een nieuw volkslied, de snedigste oneliners en diepzinnigste spreekwoorden. Maar ik doe dan niet het bedlampje aan om die geweldige vondsten even op te schrijven. O nee, want dan zou de beste vrouw van Friesland gestoord wakker worden. En helaas…. bij het ochtendkrieken ben ik alles, wat ik dacht te kunnen onthouden, tóch weer kwijt.
En ook overdag, bij voorbeeld tijdens een fietstocht, schiet me soms van alles te binnen. Maar dan, bij gebrek aan papier en pen, gaat het precies zo. Gelukkig hebben we soms de foto’s nog: zó zou je eigenlijk ook je gedachten moeten kunnen fotograferen. Touché
Droom-menu (column)
WAT ETE-MENU ?
Het is niet mijn voorkeursbezigheid, maar deze week moest ik weer eens met vrouwlief mee op een verjaringsvisite. Zoals zo vaak gingen de gesprekken hoofdzakelijk over persoonsgebonden kwaaltjes en ziekten. De nacht daarna verzeilde ik weer eens in dromenland en kwam in een restaurant terecht. Volkomen verrassend zetten de zeunen in plaats van elke bestelling uit het menu een totaal ander gerecht voor mijn neus neer. Het aardige bij die gelegenheid was ook nog, dat die gerechten in een onwaarschijnlijk klein minuutje te voorschijn werden getoverd en allerheerlijkst smaakten. Toen ik ’s ochtends wakker werd had ik nog steeds zo’n lekkervol gevoel. Merkwaardig, buitengemeen merkwaardig.
Dit was de keuze-spijskaart van:
DROOMOTEL Z.EURZANIC & Zeunen, Dorpsstraat 2, Kolderwolde.
Entree: Amuse me-not: Kwakkelei op een bedje van geflambeerde kreuntjes met aambeisaus.
Tussendeurtje: Glaasje Chateau Migraine A.C.C.U. 1999. In spraakwater gewelde komkommer en kwel.
Voorgerecht: Soufflé van ei-kwijt, herniasla met klaagmuur-dressing. Moster-na-de-maaltijdsoep met croutons van oude kletskoek.
Hoofdgerecht: Stokpaardbiefstuk met rui-ringen en praat-paddestoelen in humbugsaus.
Of: Achterklap-stuk van de oude-koeien-uit-de sloot met griepjes, gestoofd in gezever. Muis-arme buikspek-rolletjes gegrild met blauwe spatader-kaas.
Of: Gepocheerde meer-val met knie-kneus, in lucht gebakken.
Nagerecht: Koep Zeurzanic met zeverkrem. Of: Portie verbitterballen met koffie valtverkeerd. Of: Schotel nagel- en tenenkaas met gepelde amandelen.
Eet Smakelijk.
NATTE DROMEN (column)
NATTE DROMEN
De laatste tijd kwamen er nogal wat onheilvoorspellende rapporten, nota’s en studies aan het daglicht..Over dat de Nederlandse bodem flink zou kunnen dalen tengevolge van zout-en gaswinning. Over dat anderzijds van de zeewaterspiegel kan stijgen door gletsjer- en poolijssmelting. De inschatting is ook nog dat het in de toekomst vaker en harder regent, waarbij buitenlanders de neiging hebben om die waterstromen snel naar hier af te voeren. Een grensoverschrijdend probleem, want de grote rivieren zullen die grote massa’s regenwater dan wel heel plotseling naar Nederland verplaatsen.
De naam zegt het:Neder-land ligt laag. Al dat water moet hier snel een geschikte plas of een onder-te-lopen-landje kunnen bereiken. Daarom moeten er nog heel wat dichtgeslibde sloten, vaarten en meren worden uitgebaggerd. Want dan kan de toekomstige nattigheid ook hier beter wegstromen om even later naar zee te worden weggesluisd, -gespuid of -gemalen. Maar als die toekomstige watervloed vanuit het achterland té plotseling is dan kunnen kaden en rivierdijken doorbreken en dan zullen uiteraard de uiterwaarden onderlopen. Maar ook delen van het platteland en vele steden.
De overheid zegt op dit gebied geen bescherming te kunnen bieden aan én de stedelingen én de platlanders.
Liever dan het aan de krachten van de natuur over te laten, kiezen bestuurders ervoor om grote delen van de lage landen moedwillig te laten overstromen. Door hier en daar kaden en dijken door te laten steken. De provincies en de gemeenten mochten voor die “inundatie” binnenkort nog de gebieden uitzoeken. De laagstgelegen provincies Friesland en Groningen zijn voor noodopvang van water in “vakken” verdeeld. De Waterstaatse vakkenvullers hebben een waterscheidslijn getrokken waar voorbij delen van “it bêste lan fân d’ierde” mag verdrinken. De inwoners van die nood-overloopgebieden zal worden aangeraden om maar te verhuizen. Over nood-evacuatie van zieken, ouderen en gehandicapten is nog niet in bijzonder nagedacht.
Noodoverloop naar de natte boezem is geen optie. Daar liggen de gronden té laag en is de grondwaterstand té hoog. Elke druppel water komt er bovenop en dat betekent meteen een verbrede plas-aanwas tot de oeroude Middelzee. Daarom zijn de meeste overloopgebieden gedacht aan de zuidoostkant van Friesland. Ook daar moeten de watergeulen worden uitgebaggerd om geschikt te zijn voor snel watertransport.
In Nederland is er een grote bagger-achterstand en die achterstand groeit jaarlijks. In 2001 bijvoorbeeld was de geschatte achterstand 200 miljoen m3 zoete baggerslib. Dat slib zou voor de helft behoorlijk vervuild zijn en zou moeten worden “gereinigd”. Het slib moet dus ergens worden opgeslagen, verwerkt en gestort. Maar daarvoor is meestal geen geschikt gaatje. Niet in eigen land en zelfs niet in de eigen provincie. Daarom wordt ermee gesleept. Van hot naar hier, bijvoorbeeld van Haarlem naar Burgum. De 300.000 kuub “specie” werd gestort in een voormalige zand-winput. Maar twee scheepsladingen moesten al worden teruggestuurd wegens een niet-acceptabele vervuiling. Want het water uit de put stroomde de Friese boezem op. Ook bedacht de provincie dat het toch wel handig zou zijn als er in Friesland nog een beetje stortruimte overbleef voor het schonere Friese baggerslib. Dat is onlangs zo afgesproken.
Er valt de komende jaren in Nederland zoveel op te baggeren dat het halve Friese land hiermee wel die 60 centimeter kan worden opgehoogd. Als dan de sloten, vaarten en meren niet worden volgegooid is het helemaal niet meer nodig om in Friesland te baggeren. Friesland zou stinkend rijk kunnen worden door tegen een stevig tarief storting van de baggerachterstand van elders toe te staan. Maar die nieuwe toplaag is dus wél flink vervuild.
Voor de voorspelde stormvloeden met grondzeeën van wel 6 meter hoog is heel wat dijkversterking nodig. Laten de watergeuzen hier in het Noorden nou én veel baggerslib én aardgas hebben; dé materialen voor het bakken van zoutgeglazuurde baksteenblokken voor stevige dijken rondom de eigen provincies. Héél veel stenen bestemd voor export naar andere provincies om ook daar knaagdierbestendige wallen te kunnen bouwen én om aan de landsgrenzen een paar grote dammen te metselen. Om daar de rivierwatervloed tegen te houden. Dat zal de buitenlanders leren om zelf maatregelen te nemen.
Friesland steekt met zo’n voorziening ook de hand in eigen boezem. Er wordt een stokje gestoken voor dumping van meer baggerslib van elders. De provincie wilde vanwege verwachte bodemverzakkingen al niet toestaan dat onder onze neus vandaan het wadgas zal worden gewonnen. Maar het Rijk kan er flink rijk aan worden en dreigt nu mooie andere Friese plannen te torpederen.
De arme maar eigenwijze Noord-Neederlanders weigeren straks om hun ondergrondse rijkdom te verkwanselen. De laatste restjes gas uit de bijna uitgeputte velden houden ze nu mooi zelf en kunnen daar nog heel lang mee.
Onzin: dat zijn maar dromen. Natte dromen,dat wel. Touché
GEEF ONS HEDEN ONS DAGELIJKS BROODJE
Plussers van de lage landen: verenigt U. Plussers-op-stand: wordt wakker. ACTIE, voor-uit, in de benen. Voor uzelf en voor de bakker. Op weg als één grijze golf, massaal naar de massamarkt. Kom mar, meteen en met z’n allen. Op zaterdagmiddag, ook als het al héél laat is en het bruinbrood uitverkocht. Beleg de broodstellingen. Val aan.
Want wij zijn niet der dagen zat maar wél de bruinbrood-loze. Is er alleen maar wit zoals meestal eindemiddag? Blijf dan dralen en drammen om het halfje bruin tot de bakker zwicht en het broodje elke dag voor u klaarligt.
We zullen ze leren……die broodbestellers, aanhangers van de Witbrood-Weggooi-Cultus. Schaamt U zich. Beter een halve aangeleerd dan een lading wit ten hele omgekeerd. Dat gaat zo maar niet: kostelijk brood voor een paar centen ge-retourd en dan de varkens ermee gevoerd? Dat kost duiten.
We komen in opstand, ook al zijn wij nog maar met z’n tweeën. Wij zijn een groep om rekening mee te houden. Toevallig! Niet voor de helft maar helemaal. Wij willen geen oud brood met taaie korst. Zó zijn we zelf al. Wij willen geen wit maar gezond bruin. Wij willen geen hele maar een halve zachte. Wij willen tweedagelijks een versgeurend, lekker lang zachtblijvend half bruinbroodje. En daar ga jij voor zorgen, bakkertje deeg.
Henk Veenstra
Haarkloverij (column)
HAARKLOVERIJ
Eens per maand laat ik als zovelen mijn haarbos wat bijknippen. Anders wordt het een windhooskapsel. Het hoofdhaar piekt dan alle kanten op: dus fatsoeneren die boel. Het treft niet altijd, maar het liefst laat ik me behandelen door een kapper ( nog liever door een kapster) met een gedegen opleiding. Die oude rotten beheersen het vak tenminste tot in de haarpuntjes, weten en knippen er tenminste wat vanaf.
Het gezegde is: iemand zit op de praatstoel. Maar in dit geval zat ik in de kapstoel en kreeg ik de knipster al na een kwartiertje wachten zover dat zij ernaast stond. Te praten over haargroei, hoofdhaar en lichaamshaar, over hormonen, voedig en haarkleuring.
Ik heb het dus honderd procent van horen zeggen, maar wist u bijvoorbeeld dat mensenharen per drie weken een centimeter kunnen aangroeien? Bij een gezond iemand? En dat kaalheid zowel bij mannen als bij vrouwen veelal genetisch bepaald is? Dat bij kale mannen de nog aanwezige haarresten in de vorm van baard, snor, wenkbrauwen, bakkebaarden en plukjes boven de oren niet bestaan uit hoofdharen maar dat dit lichaamsbeharing is?
Wist u dat je door stress grijs kan worden? In traumatisch toestanden zelfs binnen een dag? Dat zelfs bij een griepgeval een permanentje erg slecht uitpakt? En je zult maar als blondine een klein tikje donkerder willen zijn maar jezelf later als een zeer donkere dame in de spiegel terugzien? Omdat je de kapster niet vertelde dat je staaltabletjes slikt om aan te sterken?
Reken maar van yes, dat in voorkomende gevallen mijn kapster de klanten het hemd van het lijf vraagt. Figuurlijk natuurlijk. Omdat bijvoorbeeld bij hart- en vaatziekten of schildklierproblemen een permanentje negen van de tien keer zal mislukken. En omdat hennagekleurde haren bij de doorgroeigrens kunnen afknappen als er geblondeerd moet worden. Of omdat bij een hormonale onbalans je zijdezachte vachtje wel eens erg stug zou kunnen worden en dat steil haar plotseling kan gaan krullen. En als u voor een harsbehandeling komt, is het verstandig om 24 uur daarvoor en er na niet in de zon of onder de zonnebank te gaan liggen. Ook in speciale gevallen: je raakt plots in de overgang of je wilt na een zware operatie je haar laten behandelen: mijn kapster zal je een goed advies geven. It’s a promise. Henk Veenstra.