Tagarchief: overrstroming

NATTE DROMEN (column)

NATTE DROMEN

De laatste tijd kwamen er nogal wat onheilvoorspellende rapporten, nota’s en studies aan het daglicht..Over dat de Nederlandse bodem flink zou kunnen dalen tengevolge van zout-en gaswinning. Over dat anderzijds van de zeewaterspiegel kan stijgen door gletsjer- en poolijssmelting. De inschatting is ook nog dat het in de toekomst vaker en harder regent, waarbij buitenlanders de neiging hebben om die waterstromen snel naar hier af te voeren. Een grensoverschrijdend probleem, want de grote rivieren zullen die grote massa’s regenwater dan wel heel plotseling naar Nederland verplaatsen.

De naam zegt het:Neder-land ligt laag. Al dat water moet hier snel een geschikte plas of een onder-te-lopen-landje kunnen bereiken. Daarom moeten er nog heel wat dichtgeslibde sloten, vaarten en meren worden uitgebaggerd. Want dan kan de toekomstige nattigheid ook hier beter wegstromen om even later naar zee te worden weggesluisd, -gespuid of -gemalen. Maar als die toekomstige watervloed vanuit het achterland té plotseling is dan kunnen kaden en rivierdijken doorbreken en dan zullen uiteraard de uiterwaarden onderlopen. Maar ook delen van het platteland en vele steden.

De overheid zegt op dit gebied geen bescherming te kunnen bieden aan én de stedelingen én de platlanders.
Liever dan het aan de krachten van de natuur over te laten, kiezen bestuurders ervoor om grote delen van de lage landen moedwillig te laten overstromen. Door hier en daar kaden en dijken door te laten steken. De provincies en de gemeenten mochten voor die “inundatie” binnenkort nog de gebieden uitzoeken. De laagstgelegen provincies Friesland en Groningen zijn voor noodopvang van water in “vakken” verdeeld. De Waterstaatse vakkenvullers hebben een waterscheidslijn getrokken waar voorbij delen van “it bêste lan fân d’ierde” mag verdrinken. De inwoners van die nood-overloopgebieden zal worden aangeraden om maar te verhuizen. Over nood-evacuatie van zieken, ouderen en gehandicapten is nog niet in bijzonder nagedacht.

Noodoverloop naar de natte boezem is geen optie. Daar liggen de gronden té laag en is de grondwaterstand té hoog. Elke druppel water komt er bovenop en dat betekent meteen een verbrede plas-aanwas tot de oeroude Middelzee. Daarom zijn de meeste overloopgebieden gedacht aan de zuidoostkant van Friesland. Ook daar moeten de watergeulen worden uitgebaggerd om geschikt te zijn voor snel watertransport.

In Nederland is er een grote bagger-achterstand en die achterstand groeit jaarlijks. In 2001 bijvoorbeeld was de geschatte achterstand 200 miljoen m3 zoete baggerslib. Dat slib zou voor de helft behoorlijk vervuild zijn en zou moeten worden “gereinigd”. Het slib moet dus ergens worden opgeslagen, verwerkt en gestort. Maar daarvoor is meestal geen geschikt gaatje. Niet in eigen land en zelfs niet in de eigen provincie. Daarom wordt ermee gesleept. Van hot naar hier, bijvoorbeeld van Haarlem naar Burgum. De 300.000 kuub “specie” werd gestort in een voormalige zand-winput. Maar twee scheepsladingen moesten al worden teruggestuurd wegens een niet-acceptabele vervuiling. Want het water uit de put stroomde de Friese boezem op. Ook bedacht de provincie dat het toch wel handig zou zijn als er in Friesland nog een beetje stortruimte overbleef voor het schonere Friese baggerslib. Dat is onlangs zo afgesproken.

Er valt de komende jaren in Nederland zoveel op te baggeren dat het halve Friese land hiermee wel die 60 centimeter kan worden opgehoogd. Als dan de sloten, vaarten en meren niet worden volgegooid is het helemaal niet meer nodig om in Friesland te baggeren. Friesland zou stinkend rijk kunnen worden door tegen een stevig tarief storting van de baggerachterstand van elders toe te staan. Maar die nieuwe toplaag is dus wél flink vervuild.

Voor de voorspelde stormvloeden met grondzeeën van wel 6 meter hoog is heel wat dijkversterking nodig. Laten de watergeuzen hier in het Noorden nou én veel baggerslib én aardgas hebben; dé materialen voor het bakken van zoutgeglazuurde baksteenblokken voor stevige dijken rondom de eigen provincies. Héél veel stenen bestemd voor export naar andere provincies om ook daar knaagdierbestendige wallen te kunnen bouwen én om aan de landsgrenzen een paar grote dammen te metselen. Om daar de rivierwatervloed tegen te houden. Dat zal de buitenlanders leren om zelf maatregelen te nemen.

Friesland steekt met zo’n voorziening ook de hand in eigen boezem. Er wordt een stokje gestoken voor dumping van meer baggerslib van elders. De provincie wilde vanwege verwachte bodemverzakkingen al niet toestaan dat onder onze neus vandaan het wadgas zal worden gewonnen. Maar het Rijk kan er flink rijk aan worden en dreigt nu mooie andere Friese plannen te torpederen.

De arme maar eigenwijze Noord-Neederlanders weigeren straks om hun ondergrondse rijkdom te verkwanselen. De laatste restjes gas uit de bijna uitgeputte velden houden ze nu mooi zelf en kunnen daar nog heel lang mee.
Onzin: dat zijn maar dromen. Natte dromen,dat wel. Touché